Archive for the ‘Zuid Amerika’ Category

Een weekje door Bolivia

juli 25, 2008

Na Peru reizen we door naar Bolivia. De vorige posting gaf een sfeerimpressie van het pitoreske Uyuni, maar gelukkig zagen we afgelopen week meer. Via de hoogste hoofdstad ter wereld, La Paz, vliegen we naar Sucre. De mooiste stad van Bolivia. Volgens westerse standaarden een stad waar niets mis mee is. Maar heel veel stelt het allemaal ook weer niet voor vinden we (verwende nesten Martens). Al is het, in vergelijking met Uyuni, een verademing! Vroeger was dit overigens de hoofdstad van Bolivia. Nu herinnert alleen het hooggerechtshof daar nog aan. En een kopie van de Eiffeltoren natuurlijk.

Na een kort bezoek aan Sucre reizen we verder naar Potosi, de hoogste stad ter wereld met meer dan 100.000 inwoners. In de 17e eeuw een van de rijkste steden ter aarde dankzij de zilvermijnen. De stad was belangrijker dan Parijs en London en had ook meer inwoners dan deze twee hedendaagse wereldsteden. Vandaag de dag is er van die rijkdom weinig over. De berg waaruit het zilver wordt gewonnen, de Cerro Rico (rijke berg)´, is een grote gatenkaas. Zilver is al lang niet meer de belangrijkste delfstof. Vandaag de dag gaat het vooral om zink, lood en tin.

Erg indrukwekkend om te zien hoe de Potosiërs hier nog altijd, met de hand, de delfstoffen winnen. Het is zwaar en vuil werk. De gemiddelde levensverwachting van de mijnwerkers: 35 jaar. Velen sterven door longkanker (in verband met asbest), door verkeerd gebruik van dynamiet of lijden aan silicose (stoflongen).

Reisbureautjes bieden tourtjes naar de mijnen aan. En ook wij willen de mijnen en de werkomstandigheden met eigen ogen aanschouwen. Eerst kopen we op de mijnwerkersmarkt volgens goed (toeristisch?) gebruik cadeautjes voor de mijnwerkers: coca blaadjes, dynamiet (!), frisdrank, alcohol en sigaretten. De dynamiet haalt het stadium van ´cadeautje´ overigens niet. De staaf wordt gebruikt voor een korte demonstratie. We schrikken ervan.

De alcohol, sigaretten en cocablaadjes worden door de mijnwerkers gebruikt om te offeren aan El Tio, een duivelse beschermheilige die in een van de gangen zijn plek heeft. Hier wordt trouwens ook ieder jaar een lama geofferd. Onze gids haalt nog even het karkas uit de sjerpetines…

Bij aankomst bij de mijn blijken de offers trouwens ook voor eigen gebruik. De mijnwerkers, die er rondhangen, zijn straalbezopen. 96% pure ´offeralcohol´ wordt met kleine scheutjes naar binnen gewerkt. Proost! (geef ze overigens eens ongelijk). Nog voordat we de mijn ingaan is de helft van onze cadeautjes al ingepikt door de beschonken mijnwerkers. Dan gaan we zelf de mijnen in. Dit blijkt een tochtje dat niet geschikt is voor de claustrofoben.

Miriam haakt na 100 meter af, net als een andere bezoekster. Zij gaan de straalbezopen mijnwerkers bij de ingang gezelschap houden. Ook een hele uitdaging blijkt. Regelmatig moeten we gebukt door de gangen rennen om aan de kant te gaan voor een naderende kar vol stenengruis.

Niets mag de mijnwerkers storen in hun werkzaamheden. Vandaar dat onze gids ons opjaagt als er weer eens een karretje aankomt. Best spannend. Het is zaterdag als we de mijnen bezoeken. Er zijn maar weinig mijnwerkers aan het werk. Maar we krijgen een goede impressie hoe hard het werk moet zijn van de mijnwerkers die wel aan het werk zijn. Dit is hard werken! Na het bezoek aan Potosi (klik hier voor meer foto´s), reizen we verder naar het altijd gezellige Uyuni.

Via een schitterende route over een onverharde weg, bereiken we de deprimerende plaats, dat ooit het hart van de Boliviaanse spoorwegen was.

Vanuit Uyuni bezoeken we de Salar de Uyuni (klik hier voor een foto-impressie), met 12.000 vierkante kilometer de grootste zoutvlakte te wereld. Ooit was dit een zee, maar door het verschuiven van de tectonische platen is de zeebodem ruim 3.500 meter boven zeeniveau gedrukt. Zo onstond de zoutvlakte, die op sommige plekken een dikte heeft van wel 100 meter. Een erg mooi landschap. Een grote witte vlakte (het lijkt wel sneeuw), omringt door zwarte bergen. Zo nu en dan bevindt er zich een contasterend gekleurde rotsmassa in de witte vlakte.

Na de tocht over de Salar de Uyuni reizen we met de nachtbus vanuit Uyuni naar La Paz. De eerste vier uur denken we dat er vierkante wielen onder de bus zitten. De weg is onverhard en zit vol met kuilen. We zittten op een rijdende trilplaat… Regelmatig komen we zelfs los van onze zitting! Hang je ineens 15 cm boven je stoel. Maar we vinden het schitterend, dit is onze allerlaatste lange busreis. We kunnen alles hebben. Al komt er van slapen natuurlijk niet veel.

En om de reis helemaal voor ´bikkels´ te maken. De bus is niet verwarmd in verband met een defecte kachel. Door de ramen kun je niet kijken, want dat is een groot ijsoppervlak. Het wordt in de bus dan ook heel erg koud. Je kunt je er vast iets bij voorstellen als we je vertellen dat het ´s nachts in Uyuni -25 C (!!!!) wordt. Het dekentje dat is verstrekt kan dan ook niet voorkomen dat we het erg koud krijgen. Brrrrrrrrr klappertand, klappertand (klappervoet want vooral daar groeien de ijsklompjes).

Maarrrr het is onze laatste busreis, WE KUNNEN DUS OVERAL TEGEN (een enkele achter-uit-eet-in-zakje-daad van Mim daar gelaten). Gebroken en voldaan komen we dan ook weer aan in La Paz. Onze allerlaatste bestemming van acht maanden op reis.

We hebben hier nog een paar dagen om de laatste cadeautjes, souveniers en rommeltjes kopen. Er is nog wat ruimte in de rugzak, dus een extra Boliviaans kleedje (Martens sfeerbeheer) past er nog wel bij 🙂

Groeten uit het altijd gezellige Uyuni

juli 22, 2008

Avenida Deprimero

Calle Triste

Calle Depressivo

Avenida Depresion

Calle Inconsolable

Avenida Suicidio

Calle del Prozac

Calle Desolato

Malle Pietj(u)es Martens @ Machu Picchu

juli 15, 2008

Malle Pietj(u)es Martens

Een beetje een Malle Pietj(u)e moet je wel zijn om naar Machu Picchu te gaan.  Maar liefst 2500 bezoekers per dag (in het hoogseizoen). En jeetje, wat is het een geregel om er te komen! Maarja het is natuurlijk niet voor niets één van de zeven (nieuwe) wereldwonderen.

Online treinkaartjes zijn niet te boeken. De betaalmogelijkheid van de website weigert iedere toerist… Naar een reisbureau dus maar. Maar de reisbureaus proberen de arme Malle Pietj(u)es Martens flink op te lichten. Ze rekenen astronomische bedragen, voor de toch al niet goedkope, treinkaartjes. Nee mevrouw, we willen écht geen 100 dollar per kaartje betalen. Kom op zeg, we zijn toch geen Malle Pietj(u)es!

Uiteindelijk weten we de diensten van firma geldwolf handig te omzeilen. Of eigenlijk… we kopen gewoon, een aantal dagen voor vertrek, kaartjes op het treinstation in Cuzco. Het vertrekpunt van de trein. We moeten nu wel halverwege het traject opstappen (Cuzco is uitverkocht). Maarja, we zijn inmiddels natuurlijk doorgewinterde reizigers die de hand daar niet voor omdraaien. De kaartjes zijn trouwens nog steeds enorm aan de prijs! 53 dollar enkele reis vanaf het tussenstation… (dat kan allemaal als je een monopolie hebt). Maargoed, we zijn ook wel heel erg benieuwd naar Machu Picchu!

Een monopolie wat flink wat oplevert!

De Incastad is alleen te bereiken per trein. Of te voet (als je een half jaar geleden hebt ingeschreven voor de 5 daagse Inca-trail). Nee, geen mega wandeling voor ons. We waren te laat voor een plekkie (oooooh, wat een enorm goed excuus! We moeten werkelijk niet denken aan die bere-zware wandeltocht in polonaise).

We gaan dus naar het dorpje Aguas Calientes per trein. Aguas Calientes ligt aan de voet van de bergen waar Machu Picchu zich verschuilt heeft. Daar overnachtten we, noodzaak als je Machu Picchu bij zonsopkomst wilt zien.

Ook de hotelprijzen in Aguas Calientes zijn 50 tot 100 procent hoger dan in de rest van Peru. De toerist wordt hier door reisbureaus, treinoperator, busmaatschappij, hotels, restaurants en overheid flink uitgeknepen. Zielige Malle Pietj(u)s?

We besluiten maar niet te diep na te denken over al dat geld. We maken namelijk een exclusief uitstapje naar de beroemdste Inca stad ter wereld!!

Als we om half zes in de ochtend aankomen bij de bushalte blijkt dat we niet de enigen zijn. Alle Lemmingen hebben zich verzameld. Blijkt Machu Picchu niet alleen verschrikkelijk overprijst maar ook overbevolkt!

Lemmingen. Meer dan 1000 om 05:30 uur...

Als we na een korte busrit boven op de berg aankomen, beginnen we enigszin sceptisch aan ons bezoek aan Machu Picchu. Waar zijn we aan begonnnen? Er reden vanmorgen al meer dan 20 bussen (a la 50 toeristen). Mopper, de mopper!!!

We besluiten -opstandig- een pad op te lopen, weg van de massa. We weten niet precies waar we heen gaan maar klimmen stug verder. D´r staan bordjes dus er zal wel wat te zien zijn (dat is pas logica). We blijken de Inca trail (in tegengestelde richting) te lopen.

Blijkt dat we de Incatrail in tegengestelde richting lopen...

Dit pad wordt door vele hikers gedurende enkele dagen bewandeld. Het hoogtepunt na vijf dagen wandelen is het uitzicht vanaf de Zonnepoort over de stad. En daar leiden de bordjes ons dus heen. Maar helaas voor de wandelaars, het is vandaag erg mistig, dus er is niets te zien. Weinig hoogtepunt…

Wat een GEWELDIG uitzicht! (blij dat we hier niet 5 dagen naar gelopen hebben)

Maar een klein moment later opent het wolkendek zich even. En het moet gezegd, het uizicht is werkelijk fenomenaal!!

Maar dan... mysterie! Dit is inderdaad overweldigend!

We begroeten heel wat sjagerijnige wandelaars eer we samen met een Duits-Engels koppel, Johan en Kirstie, de zonnepoort bereiken. Oh, oh… wat zijn we lollig met zijn vieren. ´Is this the way to Machu Picchu?´, ´Machu Picchu closed today´. Ha, ha… we krijgen af en toe een lach maar zien toch ook wel veel mopperende wandelaars.

Omdat de mist weer heel dik is geworden, doden we de tijd door wat te kletsen met Johan en Kirstie. Wat een leuk stel! Hij uit Duitsland, zij uit Engeland nu beiden werkend in Nieuw Zeeland… En nu ook de boel opgezegd voor een spannende reis. Voor we het weten zijn er twee uur voorbij. En dan…trekt de hemel eindelijk open. Wauw!

Malle Pietj(u)es blijven foto´s maken van Machu Picchu!

Als je de stad zo tussen al die hoge bergen, met de toppen in de wolken, ziet liggen… dan snap je ineens best dat de Inca´s geloofden dat ze in deze stad dichter bij de goden waren. De ligging van de stad is prachtig. Het uitzicht is werkelijk waanzinnig!!!

Hier leefden 1800 Inca´s. Onzichtbaar voor onwetenden!

Malle Pietj(u)es Martens hebben uitzicht op Machu Picchu!!!!

In de middag gaan we Machu Picchu zelf in. We klimmen en klauteren over de stenen die hier al honderden jaren liggen. Maar eerlijk gezegd… dat is lang zo bijzonder niet. De stad is omstreeks 1550 verlaten door de Inca´s (niemand weet precies waarom). Er zijn Italiaanse steden die ouder en mooier zijn dan Machu Picchu. Als je in deze stad loopt is het gewoon een andere Inca stad. Dit is niet verwend bedoeld. Maar de gebouwen in Cuzco zijn toch van een ander staaltje Inca-vlijtigheid zullen we maar zeggen.

De oude stenen doen ons niet zoveel... maar dat UITZICHT!!

Echter… als je aan de rand van Machu Picchu staat en je kijkt om je heen naar de bergen… FANTASTISCH!!!

Als je in zo´n omgeving woont, moet je wel dicht bij je goden zijn!

Ja, veel oude stenen zullen we maar zeggen! (van afstand heeft Mim niet zoveel rimpels!)

Een boel oude stenen... maar dat uitzicht!

De ligging bovenop de berg met al die bergen hieromheen. Aan alle kanten de steile afgronden. Daar word je stil van!

Jeroen, het is vast heel mooi als je nog éééén stapje achteruit zet!

De Spanjaarden hebben de stad tijdens de bezetting van Peru nooit weten te vinden. Pas in 1911 vond de Amerikaan Hiram Biingham na een zoektocht van jaren de stad, die door het oerwoud overwoekerd was. Peruaanse boeren stonden er vrolijk het land te bewerken!

Machtig Prachtig! Martens Malle Pietj(u)es genieten!

Na een poosje hebben we genoeg oude stenen gezien. We sluiten de middag af met een lekkere luier sessie op een van de vele terrassen. Ondanks het vele gedoe, de vele toeristen en de vele zakkenvullers zijn we blij dat we Machu Picchu hebben bezocht, want het is toch wel een heel bijzondere stad.

We sluiten de dag luierend af. Hopelijk spugt die vrolijke vriend niet...

De Malle Pietj(u)es Martens groeten u!

Malle Pietj(u)es Martens groeten u!

Nasca, Arequipa en Colca Vallei

juli 10, 2008

Peru heeft kent vele geheimen. Zo zijn er in Nasca de ´Nasca-lines´. Enorme tekeningen van onder andere beesten (b.v. een aap, hond, spin, salamander, vogel etc) in de woestijn. Deze tekeningen zijn alleen te zien van bovenaf. Als je eroverheen vliegt dus.

Ook wij waren in Nasca. Helaas wel tijdens het toeristisch hoogseizoen. Dit betekent dat alle vliegtuigjes volgeboekt zijn en dat groepen (reisgezelschappen die vooraf geboekt hebben) voorrang hebben bij de vluchten. Toch beproeven we ons geluk. We hebben tenslotte al zoveel geluk gehad tijdens de reis, dat vliegen zal ook wel lukken, en blijven twee dagen in Nasca.

Helaas. We zouden wel vliegen… Met zijn tweeën, toen apart van elkaar, toen niet, toen toch weer wel, toch weer niet en toen we de moed opgaven, kwam er een auto voorrijden. Die zou ons naar het vliegveld brengen (joepie). Om even later toch maar niet te vertrekken met duo Martens…

Die lijnen… die waren niet voor ons bestemd! Maar waar waren de lijnen dan wel voor bestemd? Niemand die het met zekerheid weet! Men denkt dat Inca´s ze hebben aangebracht. De plaatsen waar de beesten te zien zijn, waren misschien plaatsen waar water te vinden was. De lange lijnen geven wellicht de richtingen aan van zon en maan. Zo ontstond een astrologische kalender waardoor nauwkeurig te bepalen was wanneer gezaaid en geoogst moest worden. Dat is de verklaring die archeologen geven.

Ook zijn er mensen die geloven dat buitenaardse wezens de lijnen hebben achtergelaten. Ha, ha… Lelijke apen van Mars zeker 😉

Omdat we niet kunnen vliegen bekijken we een figuur vanuit een uitkijktoren. Tju, ze zijn kleiner dan we verwachtte. Als je over Jeroen zijn rechterschouder (voor de kijker) kijkt zie je een klein stukje ´boom´.

Ook doen we een 4×4-tripje naar de duinen om te sandboarden (zie vorige posting). Onderweg komen we langs veel skeletten. Overal liggen botten, haren en stukjes vergane kledij. Het blijkt te gaan over een pre-Inca begraafplaats. Men geloofde vroeger dat doden naar een volgend leven gingen. Ze werden dan ook gebalsemed begraven in prachtige kledij. Vaak zittend, samen met de familie, in een tombe vol offergaven. Rovers stalen alle waardevolle ´schatten´. Vandaar dat de graven niet meer bestaan in oorspronkelijke vorm. Wel zie je overal skeletten in de buurt van oude begraafplaatsen. Een beetje luguber inderdaad!

Vanuit Nasca reizen we, met een nachtbus naar Arequipa. Het reizen in Peru is van een andere orde dan het reizen in Azië!! We zitten comfortabel in vliegtuigstoelen en de hostess brengt´s ochtends een ontbijtje. Prima! Wel krijg je een vaag onderbuik gevoel bij het instappen van de bus. De passagiers worden namelijk allemaal gefilmd. Een veiligheidsvoorschrift? Zo weet men wie er allemaal is ingestapt (hopelijk kunnen jullie onze Woody Woodpacker imitatie waarderen in het geval we niet terugkomen 😉 )

Arequipa is een mooie stad. Prachtige koloniale gebouwen zijn hier her en der te vinden. Het centrale plein is erg levendig en wordt afgebakend door een grootse kathedraal en prachtige wandelgangen. We bezoeken een klooster waar de nonnen het wel erg goed hadden. Zij kwamen uit welgestelde Spaanse families en konden tot vier eigen bedienden meebrengen! In het klooster leefden zij in enorme luxe (voor die tijd).

We besluiten om, vanuit Arequipa, een trip naar de Colca Vallei te boeken. De Colca vallei is een prachtige vallei in het Andes gebergte met aan beide zijden van de rivier enorm veel (pre) Inca terrassen.

Twee dagen zijn we onderdeel van een ´reisgezelschap-in-busje-met-gids´. We doen onze ogen en oren goed te kost. Onze gids Omar vertelt gepassioneerd over ´zijn land´, de zeden en gewoonten. Hij is een bron aan informatie. Echt het type ´wandelende encyclopedie´. Maar wel één met enorme vertel-kwaliteiten. Jee, wat weet die jongen veel! En wat kan hij er interressant en mooi over vertellen.

Ook genieten we enorm (wat klinkt dat bejaard zeg) van de prachtige vergezichten. Overal zijn terrassen, vulkanen, bergen. Het landschap is ruig. De lucht knalblauw en hoe hoger we komen (we verblijven inmiddels al op 3800 meter hoogte)… hoe moeilijker het wordt om adem te halen. We moeten rustig lopen en diep ademhalen aldus Omar. Ook helpt het om Coca blaadjes te kauwen (of thee van de blaadjes te drinken). En aangezien we aardig licht in het hoofd zijn geworden, zijn we overtuigd. We doen rustig aan!

Verder zien we werkelijk overal prachtig geklede dames. Hier loopt het grootste deel van de (vrouwelijke) bevolking nog in authentieke kledij. De dames zijn echt schitterend om te zien! Op toeristische -stops- verkopen ze souvenirs en betaal je een klein bedrag (20 eurocent) voor een foto.

Maar gewoon op straat loopt ook iedereen er zo prachtig verkleed bij… En als je dan een foto maakt, vraagt niemand om geld.

Maar de meeste bezoekers komen naar de Colca vallei om de koning van de Andes te zien: de condor. In de ochtend cirkelt de condor boven de Colca Canyon, gebruik makend van de thermiek. De Colca Canyon is het diepste ravijn ter wereld, met een gemiddelde diepte van 3400 meter over een lengte van 100 kilometer.

Vanaf grote hoogte verkend de condor de canyon, op zoek naar dode dieren.

De condor jaagt namelijk alleen in uiterste nood (door koeien en lamas de stuipen op het lijf te jagen door heftig met de vleugels te wapperen en hen het ravijn in te loodsen).

Na twee dagen vroeg uit de veren en zonder ergens over na te hoeven denken, gaan we weer terug in Arequipa. Verrassend te merken hoe snel we zijn gewend aan de hoogte. De duizeligheid is verdwenen en we hebben zelfs nog energie over voor een klein sprongetje.

Tourism stops

juli 10, 2008

Het was al aangekondigd: de nationale staking in Peru. Protest tegen de hoge olieprijs, protest tegen privatisering, protest tegen de uitbuiting van de gewone man (Juan Modalos). Kortom: nationale protestdag tegen alles van de Peruaanse portemonnee raakt. In Latijns Amerika betekent dat, dat het normale leven plat komt te liggen voor een aantal dagen. Drie dagen van protest, waarbij woensdag echt alles plat gaat.

Onze gids van onze trip naar de Colca Valley garandeerde ons echter dat het toerisme nooit stopt. “Tourism never stops, do not worry my friend”. Dat deden we dus ook niet. Vol goede moed gaan we dinsdagavond naar het busstation om onze nachtbus te halen. Bij het busstation blijkt dat de Juan Modalos lak heeft aan het toerisme. De bus gaat niet. Heel toevallig verschijnt onze gids ook op het busstation. Hij gaat naar Lima en die bus gaat wel. Gelukkig is onze gids best bereid om te proberen om een mini-bus te regelen.

 

Op het station staan ook enkele toeristen die morgenvroeg in Cuzco moeten zijn. Zij gaan de beroemde Inca-trail lopen. Ze hebben er vet voor betaald en als ze niet verschijnen is hun aanbetaling van 100% verloren (a $ 250 tot $ 500 per persoon). Zij hebben er dus best wat voor over om op tijd in Cuzco te komen. Bij ons is de druk wat minder. Het reisbureau had tegen de afspraken in verzuimd om treinkaartjes naar Machu Pichu voor ons te boeken, dus we hebben geen tijdslimiet. Het is hooguit vervelend dat we nog een dag in Arequipa moeten verblijven. Na een kwartier blijkt dat het niet mogelijk is om per mini-bus te reizen. Het is te gevaarlijk.

Na wat chaotische taferelen slagen we erin ons geld voor de nachtbus terug te krijgen en een andere bus te boeken die de volgende avond vertrekt. We moeten wel morgen nog even de tickets op komen halen, want de computer om onze reservering te bevestigen staat al uit. Samen met twee Duitse vakantiegangers die onze Colca Valley groep zaten, Iven en Katarina,  gaan we weer terug naar ons hotel.

De volgende ochtend is er weinig verkeer op straat. Wel veel protestgroepen. De ene groep is nog niet voorbij, of de volgende komt alweer voorbij. Op het centrale plein in de stad lijken alle groepen samen te komen. Het gaat er allemaal vreedzaam aan toe. De mobiele eenheid, of hoe die hier ook moge heten (unita mobila?) hoeft niet uit te rukken. Rond een uur of drie is de rust weer weergekeerd in de stad en op het centrale plein. Het is zelfs opmerkelijk rustig.

In de namiddag gaan we met Iven en Katarina naar het busstation. Er heerst een raar sfeertje. Er rijden sporadisch taxis, terwijl er op een normale dag toch 22.000 (!) rondrijden. Oogluikend wordt door de protestanten toegestaan dat er taxis rijden. Het lukt ons om een taxi aan te houden. De taxichauffeur vraagt of we bang zijn. Dat zijn we niet. Hij geeft aan dat soms de ramen van passerende taxis die wel durven te rijden sneuvelen. Dat is gelukkig niet het geval. Als we de taxichauffeur vertellen dat we niet uit de Verenigde Staten komen zegt hij dat er niet veel zal gebeuren. Wel neemt hij een sluiproute door de stad, ver weg van laatste stakingsacties. We zien we de “schade” van vanochtend. Overal liggen stenen op straat en her en der liggen asresten. Op de autoradio is president Garcia te horen.  Geweld is geen oplossing geeft hij aan. Gelukkig lijken de Peruanen daaraan gehoor te geven.

Veilig bereiken we het uitgestorven busstation. Als we na het ophalen van onze bustickets terug naar de taxi lopen, is deze verdwenen. Waarschijnlijk is hem vriendelijk doch dringend verzocht te vertrekken door de intimiderende stakers aan de poort van het busstation. Even later zitten we weer in een andere taxi. Vreemd genoeg berekend de chauffeur net als de vorige taxichauffeur geen woekerprijs of risico opslag. Ondanks dat het feit dat ook het toerisme een dagje aan de protesten moet geloven, hebben we weer een interssante dag achter de rug. Hopelijk rijdt de bus vanavond.

Surfdudes (of sleetje-rijders)

juli 6, 2008

Voor de tweede keer deze reis hangen we de surfdude uit. Dit keer niet aan zee, maar in de woestijn. Grote voordeel hiervan is dat er minder toeschouwers zijn, voor het geval het misgaat. En als het misgaat, dat gaat het hier ook goed mis, getuige de overblijfselen van onze voorgangers.

En was Jeroen in Nieuw Zeeland nog de enige su(r)fdude van ons twee. Na alle enthousiaste verhalen van ´surfdude in Oceanië´ wilde ook Miriam graag een keer proberen…

Gelukkig loopt het allemaal goed af. Opgelucht verlaten we de piste.

Groeten uit Luik (euh, Lima)

juli 3, 2008

Inmiddels zijn we al een dag in Lima. Druk aan het bekomen van onze jetlag (wat helaas nog niet zo lukt). Het eerste wat opvalt, is dat ze in Zuid Amerika aan de verkeerde kant van de weg rijden, net als in Nederland. Na 4,5 maand in landen reizen, waar ze aan de linkerkant van de weg rijden, ziet dit er toch een beetje raar uit. Wie had dat ooit gedacht…

Gisteren aten we bij een lokaal restaurantje. Toen het eten kwam (erg spannend want ons Spaans laat nog wel wat te wensen over) bleek dat we bij de Chinees zaten. Ha, ha! Dat hadden we al lang niet meer gegeten. Dat was al zeker een dag geleden. Overigens is het minder vreemd dan het lijkt. Want een chifa (Chinees restaurant) is typisch voor Peru. De Chinezen waren immers de voorvaderen van de Indianen.

Lima is niet onze stad. Al voelen we ons er heus wel veilig… (?) Er lopen immers enorm veel gewapende agenten en alle ramen zijn voorzien van tralies. Ook worden we door aardige Limatianen regelmatig gewaarschuwd voor oplichting. We vertrouwen inmiddels zelfs elkaar al bijna niet meer 😉

Geld zit verspreid over alle (broek) zakken. En Jeroen heeft ´secret pockets´ in zijn broeken. En daar zitten dan natuurlijk geen familiejuwelen verstopt! Wel een bankpas en wat reserve dollars voor het geval dat… 

Ook worden aangenomen & uitgegeven bankbiljetten gecontroleerd op echtheid. Een tip van de taxichauffeur. Het blijkt een gangbare truc om toeristen op te lichten door ze te betichten van ´vals geld´. Door zelf het geld te controleren dienen oplichters met een creatiever verhaal komen…

Dit alles is trouwens niet Lima specifiek. Het is meer iets voor Zuid Amerika.

We moeten dus nog een beetje wennen. Al valt er aan kale kippen (the chickens Martens) natuurlijk niet veel te plukken. Al onze waardevolle `extra´s` zijn namelijk met Carolien en Nicole mee terug naar Nederland gegaan. Daaaaaag laptop, MP3 speler, extra bankpassen en Leatherman. Tot over een maand! Mochten de postings uitblijven, dan weet je dus meteen dat de internetcafé´s gesloten waren!

Och, we zijn nog een beetje wantrouwig. Zeker na Azie waar ´love, peace &  happiness´ hoog in het vaandel staat. Oplichten betekent daar dat je als toerist gewoon wat meer betaalt. Niet (vaak) dat iemand je op een vervelende manier overvalt of berooft. Dat soort verhalen hoor je eigenlijk vooral over Zuid Amerika. We zijn dus nogal achterdochtig.

Al zijn we trouwens wel bestolen in Azië! Tijdens onze vroege snorkeltrip op de Perhentian ging er een local*/toerist*/lelijke apekop*/haai* met Carolien en Miriam haar badslippers vandoor. Die zal hij*/zij* wel heel hard nodig gehad hebben! Was niet zo lief (peach, love & hapiness) van hem of haar!

Afijn, Lima. Het is gewoon niet zo´n mooie stad. Allereerst hangt er een grauwe mistsluier boven de stad. Volgens onze reisgids van april tot oktober… De lucht is hier spierwit. Verder lijkt Lima een beetje op een willekeurige Belgische industriestad (met op iedere hoek van de straat een gewapende politieagent dat wel). Troosteloze straten zonder bomen,  weinig groen en een welriekende pislucht. Dan hadden we dus net zo goed naar Luik kunnen reizen 😉

Al vonden we vanmiddag ineens wel mooie plekjes in het centrum. Geweldig kollosale gebouwen en kerken. Ook hoor je hier regelmatig een vlaag passionele muziek. Want voor wie het nog niet wist; Zuid Amerika swingt! Dat belooft dus nog wel een swingend spectakel (let us ´Jeroenen´).

Tot slot zijn er winkels waar ze malle mutsjes voor voor weinig verkopen. Nog iemand interesse? Mim showt u de laatste ´mutsenmode`. Geweldige incamotieven met speelse pompoenen!

Och, morgen verlaten we Lima alweer en gaan op weg naar mooiere oorden. Hopelijk stappen we niet te vroeg uit…