Posts Tagged ‘Narelle’

Bukit Lawang is leuk, erg leuk

juni 20, 2008

Bukit Lawang is leuk, erg leuk. Een verzameling guesthouses ligt aan de oevers van een heldere snelstromende rivier die zo uit de jungle lijkt te komen. Indiana Jones bruggetjes brengen je van de ene naar de andere kant. De eerste avond vervloekten we een van de bruggen nog. Backpackers zijn te kollesaal om de brug ‘in vol ornaat’ over te steken. Jeroen moest op zijn knieen door de lage bogen tijgeren. Dat er een gedeelte van de handreling ontbrak, hielp ook niet echt. Maar als het licht is, blijkt Bukit Lawang ineens erg charmant. En er blijken ook stevige bruggen aanwezig 😉

Het leven speelt zich hier rondom de rivier af. Kinderen zwemmen, moeders doen de was en ’s avonds neemt iedereen een verfrissend bad. Ook wij laten ons graag door het groen/blauwe water verleiden. Samen met Narelle en Cambell, een Australisch/Iers stel dat we eerder bij Lake Toba ontmoette, dobberen we heerlijk in de verfrissende rivier.

Kinderen vragen de aandacht. ‘Look mister, One – Two – Three’. Ze springen van een hoge rots in het water en laten zich een stukje meesleuren met de stroming. ‘Now you try’. Jeroen en Cambell klauteren moedig een van de rotsen op. Die kleintjes zijn wel erg dapper want ‘onze bikkels’ vinden het halverwege toch al best hoog… ‘One – Two – Three’ -PLONS-. Gejoel door de toeschouwers. We vermaken ons prima!

In Bukit Lawang hangt een positieve sfeer. Iedereen groet je met een gulle lach. Men is hier blij met toeristen. In 2003, een jaar voor de Sunami, vond hier al een grote overstroming plaats. 280 mensen vonden de dood en de gehele toeristische infrastructuur spoelde weg. Inmiddels zijn de meeste guesthouses herbouwd en komen de toeristen terug. Helaas nog niet in heel grote getalen. Zo hebben 70 van de 100 Oerang Oetang gidsen bijvoorbeeld een nieuwe baan moeten zoeken…

’s Avonds staat er een ‘dubbeldate-pizza’ op het programma. Een welkome afwisseling na vele dagen Aziatisch eten. We verheugen ons dan ook erg op de menukaart van ‘Tony’s pizzeria’. Tony vertelt echter dat er geen pizza is. Ook kan er geen pasta geserveerd worden, de saus is namelijk op. We vragen wat er wel beschikbaar is van het menu. Nou, men kan ons natuurlijk wel een lekker bordje Nasi of Mie Goreng serveren!

We kiezen maar weer (lachend) voor nasi en maken plannen voor de volgende dag. We willen, samen met Narelle en Cambell, gaan ‘tuben’. Het is echt ontzettend heet in Bukit Lawang en de rivier is heerlijk verfrissend. Daar willen we graag uitgebreid gebruik van maken. Mudih kan het tuben wel voor ons regelen. Een vriend van hem zal met ons meegaan als gids. Maar dan biedt ook een tweede ‘tube-optie’ aan. De route wordt, bij optie twee, een uurtje uitgebreid met een lunch. Er worden dan twee kippen boven een kampvuur geroosterd (zijn dat de watjes Martens van de chickentrack?). Als we daarvoor kiezen, gaat Mudih zelf mee. Zijn ogen glimmen en de keuze is dan ook snel gemaakt. We gaan tuben met de ‘chickenlunch’ natuurlijk!

De volgende dag plonzen we om 11:00 uur, in de rivier. Een net, wat in onze binnenbanden gespannen is, zorgt ervoor dat we niet (al te vaak) met onze billen over de stenen op de bodem glijden. We dragen allemaal een short en T-shirt. Mudih heeft een kledingadvies gegeven omdat we langs afgelegen moslimdorpjes zullen tuben. De tocht begint met grote hilariteit als Cambell, midden in het dorp, bij de eerste ‘rapid’ (grote stroomversnelling) kopje onder gaat. De locals aan de oevers vinden het prachtig!

Maar al snel zijn we allemaal volleerde ‘tubers’. Lekker luierend zakken we de rivier af. Dit gaat stukken sneller dan in Laos. Daar moesten we regelmatig meepeddelen. Hier worden we juist getrakteerd op spannende stroomversnellingen a la wildwaterbaan in de Efteling. Een ander verschil is dat er Laos bars aan de zijkant van het ‘parcours’ waren. Als we Bukit Lawang uitzijn, is er helemaal niks toeristisch meer. Wij zijn de enige toeristen die buiten het dorp tuben en zien alleen nog maar jungle, buffels, koeien, geiten, palmbomen, bananenbomen en heel veel locals die aan het wassen, zwemmen en werken zijn in en rond de rivier. Dit is echt tof!

Na anderhalf uur geeft Mudih aan dat we aan wal gaan. Tijd om hout te zoeken voor het kampvuur. Mudih en zijn vriend Erdih hakken ondertussen een flinke bamboeboom om. Daar worden de bbq-attributen van gemaakt. Wij kijken onze ogen uit! De kippen, die Mudih net voor ons vertrek geslacht heeft, worden tussen de bamboe geklemd en naast het kampvuur geplaatst. Over de kip wrijft de kok een pittige dressing. We balen dat we onze fototoestellen, vanwege de natte aktiviteit, niet mee hebben kunnen nemen. Dit is een knap staaltje ‘outback kookkunst!’

Er wordt nog meer bamboe gekapt. Hiermee wordt een shelter gebouwd tegen de zon. Ook verdwijnt Erdih in een van de bananenbomen om even later terug te komen met flink wat bladeren. Waar zouden die voor zijn? Na drie kwartier wordt de lunch op de bananenbladeren geserveerd! Ieder groen ‘bord’ wordt gevuld met rijst, een pittige ketjap en de overheerlijke bbq kip. Die Mudih kan net zo goed koken als ‘gidsen’! Want ook als je kluiven ‘haat’, eet je je vingers op bij deze kip.

Na de lunch verdwijnen onze ‘borden’ op het kampvuur. Ook wordt de shelter afgebroken en opgestookt. Als het strandje weer netjes leeg is, vervolgen we, in onze autoband, de route door de rivier. We genieten allemaal enorm van de tocht. Wie je ook aankijkt, iedereen zit met een enorme grijs in zijn bandje. Om 15:00 uur is de eindbestemming bereikt. Of toch niet? Als we willen, kunnen we nog een extra uur verder naar het volgende dorp zegt Mudih. En hup, daar gaan we weer. Iedereen heeft wel zin om nog een extra uur te dobberen.

Uiteindelijk gaan we om 16:00 uur aan wal. Er wordt een ankot (mini-busje) aangehouden en de tubes worden op het dak gehesen. Omdat de ankot volzit, verdwijnen ‘de mannen’ ook op het dak. Spannend! Miriam en Narelle proppen zich bij de locals in de ankot. ‘We weten in ieder geval dat de jongens er nog zijn’ grappen ze. Het water druipt namelijk in straaltjes naar binnen.

Als we uiteindelijk, moe en voldaan, terugzijn in Bukit Lawang concluderen we ‘Bukit Lawang is leuk! Erg leuk!’